De taken zijn onder te verdelen in vier hoofdthema’s:
Opvang en begeleiding van werknemers die last hebben van ongewenste omgangsvormen;
Het analyseren van voorvallen en adviseren hierover en de verwijzing naar professionele hulpverleners;
Voorlichten en informeren van werknemers over de werkwijze van de vertrouwenspersoon;
Advies geven aan het management over het voorkomen van ongewenst gedrag.
De bevoegdheden zijn van groot belang voor het onafhankelijk uitvoeren van de functie. Vaak worden deze opgenomen in de functieomschrijving en/of het contract tussen bedrijf en externe vertrouwenspersoon:
De vertrouwenspersoon heeft de bevoegdheid om gesprekken te voeren;
Hij kan externe deskundigen raadplegen, zoals een externe, gecertificeerde vertrouwenspersoon;
Hij mag de directie gevraagd en ongevraagd advies geven over eventuele patronen die hij ziet;
De vertrouwenspersoon mag de werknemer doorverwijzen naar een andere (externe) vertrouwenspersoon;
Hij heeft geheimhouding, maar als een zaak voor de rechter komt, moet hij wel openheid van zaken geven.